Inleiding
donderdag 31 december 2009 | Labels: 1. Inleiding | 0 reacties »
Waar de “herontdekking” van de lokale gemeenschap als instrument voor de strijd tegen armoede aan te gaan door velen, waaronder ettelijke inter- en supranationale instellingen zoals de Wereldbank en het IMF, lange tijd bejubeld werd en men slechts oog had voor de positieve effecten van deze nieuwe aanpak, blijkt heden ten dage dat deze euforie om verschillende redenen getemperd dient te worden. Ondanks enkele geslaagde projecten heeft ook hier de keerzijde van de medaille zich aangediend.
Onder meer dringen de volgende vragen zich op: Wie bepaalt wat goed is voor een gemeenschap? Krijgt iedereen toegang? Kunnen we enkel spreken van positieve effecten of zijn er eveneens negatieve effecten aan verbonden? Zijn deze effecten gelaagd? …
Verschillende sociale wetenschappers ontwikkelden een aantal denkkaders/theorieën rond sociaal kapitaal. Daarvan is Putnam wellicht de bekendste. Hij verwoordde deze problematiek als volgt:
‘It is important to ask how the positive consequences of social capital – mutual support, coöperation, trust, institutional effectiveness – can be maximized and the negative manifestations – sectarianism, etnocentrism, corruption – minimized.‘
Om een meer tastbar
Bekendste voorbeelden zijn de Grameen Bank in Bangladesh (van Mohammad Yunus, die hiervoor in 2006 de Nobelprijs voor de vrede ontving), Banco Sol in Bolivia en Bank Rakyar in Indonesië.