Commentaar op “Small is beautiful, but big is often the practice: Housing microfinance in discussion” van Peer Smets

zondag 21 december 2008 |

Het artikel kadert in de bredere context van deze blog m.b.t. microfinanciering en sociaal kapitaal. Het door mij gekozen deelaspect, namelijk microfinanciering voor huisvesting, is dan ook een vrij recente ontwikkeling die voortkomt uit het alom gevierde succes van microkrediet ter opstarting van een onderneming dat zijn oorsprong vindt in de Grameen Bank te Bangladesh.
In het artikel stelt de auteur dat de instellingen die microfinanciering voor huisvesting (MFH) aanbieden geneigd zijn te grote leningen ter beschikking te stellen van hun cliënteel. De termijnen en voorwaarden van deze leningen zijn bijgevolg vaak onverenigbaar met de noden de levensonderhoudsplannen van arme stedelingen. Vooreerst is het goed te weten dat mensen met een laag of gematigd inkomen in derde wereldlanden een specifieke manier hebben voor het bouwen van hun woning, dit gebeurd namelijk stapsgewijs. Het proces van uitbereiding of verbeteren van de woonst gebeurd over een termijn van tien tot vijftien jaar of zelfs meer en is rechtsreeks verbonden met de financiële situatie. Vervolgens dient er nog enige uitleg te worden gegeven over het onstaan en nut van MFH.
Zoals hierboven al werd vermeld is MFH het verlengstuk van microfinanciering m.b.t. ondernemingen (MFO). Het probleem van de huishoudens bevindt zich bijgevolg in het niet toegankelijk zijn van de traditionele financiële instellingen voor het aangaan van leningen voor het kopen of (ver)bouwen van een woning. Deze ontoegankelijkheid heeft verschillende oorzaken waaronder het wantrouwen van deze instellingen tegenover armen, te hoge interesten, lange termijn leningen, het niet bezitten van een rechtmatige titel van de woning waardoor hypotheek geen onderpand kan vormen, enz. Microfinancieringsinstellingen helpen deze hekelpunten te overwinnen door het aanbieden van relatief kleine leningen die op korte termijn dienen te worden terugbetaald. Het onderpand voor de lening bestaat niet uit een hypotheek, maar er wordt gebruik gemaakt van verschillende systemen. Ten eerste is er een groepsleningen, waarbij de kandidaat-leners een groep vormen en initieel slechts een van hen een lening verkrijgt. Indien deze eerste zijn terugbetaling op tijd en volgens de voorwaarden uitvoert, kan de tweede kandidaat een lening verkrijgen, enz. (Sengupta&Aubuchon, 2008, pp. 11-12). Er wordt m.a.w. gebruik gemaakt van groepsdruk en vertrouwen (i.e. horizontaal sociaal kapitaal) om het systeem in stand te houden (Dowla, 2006, pp.104-110). Ondanks dat dit principe zeer populair is geworden bij MFO is het moeilijk te kopiëren naar MFH, daar in dat geval de leningen groter, een langere termijn afbetaling impliceren en groepsvorming zeer moeilijk is daar de diensten van de instellingen vaak over verschillende dorpen of steden worden gespreid (Ferguson, 1999, p. 192). Bijgevolg wordt bij MFH vaak toevlucht gezocht tot alternatieven die kunnen dienen als onderpand, zoals spaargeld, goederen die cruciaal zijn voor het huishouden, mede-ondertekenaars, enz. (Merill, 2006, p.4).
Ondanks het feit dat de meeste instellingen die microkrediet voor huisvesting verstrekken goede intenties hebben, gebeurt het volgens de auteur van dit artikel toch te vaak dat ze te grote leningen voorzien aan hun klanten die zich sowieso in een zeer kwetsbare positie bevinden. Hierbij dient te worden opgemerkt dat er doorgaans verschillende instellingen bestaan die zich inlaten met MFH. Ten eerste zijn er NGO’s, die als voornaamste doelstelling het verschaffen van onderdak hebben en bijgevolg niet uit zijn op het maken van winst. De tweede categorie bestaat MFI’s (micro finance institutions), NBFI’s (i.e. non bank financial institutions) en banken die zich inlaten met microfinanciering in het algemeen en MFH-leningen verschaffen (Merill, 2006, p.3). Deze laatsten kunnen bijgevolg niet als non-profit worden beschouwd. Logischerwijze wringt hier het schoentje, daar door enkelen een nieuw gat in de markt in gevonden. In tegenstelling tot wat banken en producenten eerder dachten, vormt dit arme deel van de wereldbevolking wél een aantrekkelijke prooi om kapitalisme op te botvieren. De financiële instellingen die microkrediet verschaffen m.b.t. huisvesting zitten bijgevolg nog steeds gevangen in een bepaald gedachtenstramien dat toepasbaar is op traditionele leningen voor eerder hoge inkomst huishoudens en waarbij niet tegemoet wordt gekomen aan de specifieke bouwstrategieën en financiële planning van de armen.
De gedachte die direct bij me opkwam bij het lezen van dit artikel was dat de oorzaak van de globale financiële crisis te vinden is in dit soort praktijken, homeownership als “the american dream” is voor velen in een ware nachtmerrie geëindigd. Het verschaffen van te grote leningen aan mensen die niet in staat zijn deze terug te betalen heeft op grote schaal de instorting van de huizenmarkt en het bankwezen tot gevolg. Een sterk doordachte en uiterst voorzichtige aanpak is dus aangewezen ook als het microkrediet betreft. Hoewel verschillende auteurs (Ferguson, 2004 en Merill, 2006) pleiten voor een uitbereiding van het systeem van MFH is het nodig om deze schaalvergroting met grote omzichtigheid uit te voeren. Zo bestaat er controverse rond het nut of gevaar van competitie tussen de verschillende instellingen. Terwijl de ene pleit dat competitie de interesten zal doen dalen en dit ten voordele is van de klant (Sole, Moser&Painter, 2006, p.15), toont de andere aan dat dit de drijfveer tot terugbetaling aantast, daar men de keuze heeft naar een andere instelling over te schakelen (Sengupta&Aubuchon, 2008, p.23). Ook blijkt uit de twee korte casestudies die Peer aanhaalt in zijn artikel dat op het vlak van verticaal sociaal kapitaal (i.e. tussen klanten, de financiële instellingen en de overheid) de uiteindelijke doelstelling van MFH, namelijk betere huisvesting voor armen, uit het oog kan worden verloren door conflicten die ontstaan tussen de verschillende (private en publieke) actoren. Als besluit kan gesteld worden dat ondanks de goede intenties die gepaard gaan met het opstarten van een dergelijk programma, de auteur een zeer sterk punt heeft. Armoede uit de wereld helpen d.m.v. microfinanciering mag bijgevolg niet aan zijn doel voorbij gaan.

Door Marieke Mercelis

Bibliografie

Dowla, A. (2006). In credit we trust: building social capital by Grameen Bank in Bangladesh. The Journal of Socio-Economics, 35 (1), 102-122.

Ferguson, B. (1999). Micro-finance of housing: a key to housing the low or moderate-income majority? Environment and Urbanization, 11 (1), 185-199.

Ferguson, B. (2004). Scaling up microfinance: a guide to practice. Housing Finance International, 21 (2), 3-14.

Merill, S. (2006). Expanding Microfinance for Housing. Housing Finance International, 21 (2), 3-12.

Sengupta, R.& Aubuchon, C.P. (2008). The Microfinance Revolution: An Overview. Review, 90 (3), 9-31.

Sole, R.C., Moser, L. & Painter, D. (2006). Scaling Up Housing Microfinance for Slum Upgrading. Housing Finance International, 21 (2), 12-19.

0 reacties:

Een reactie posten